Interview Stuurgroepvoorzitter Cees Vermeer

Het IP en ABR-zorgnetwerk van Zuidwest-Nederland bestaat inmiddels een kleine vijf jaar. Een netwerk vol bevlogen mensen met hart voor de gezamenlijke opgave die er ligt. Komend jaar spreken we de leden van de stuurgroep: Over hun functie, de opdracht en natuurlijk ook over de organisatie namens wie zij in de stuurgroep zitten. Vandaag aan het woord: Cees Vermeer, sinds september 2020 namens GGD Zuid-Holland Zuid voorzitter van het netwerk.

‘Sinds het bestaan van de mensheid,’ steekt Cees van wal, ‘zijn we eigenlijk al bezig met infectiebestrijding. Dat we met mensen en dieren dicht op elkaar leven, maakt ons erg bevattelijk voor bacteriën, virussen en parasieten. Zo heeft bijvoorbeeld alleen al de pestbacterie één derde van de wereldbevolking omgebracht. Met alle hygiënemaatregelen, vaccins en medicijnen, hebben we het aardig onder controle gekregen. Een tijd hebben we gedacht: infectieziekten bestrijden, hoe sexy kan het zijn? Ik denk dat Covid-19 ons opnieuw wakker heeft geschud en ons heeft doen realiseren dat het risico dat er plotseling een infectieziekte epidemisch of zelfs pandemisch wordt altijd nabij is. We moeten echt alert zijn om te werken aan de preventiekant. Ook antibioticaresistentie is een tikkende tijdbom. Het heeft alles in zich om, als we het niet onder controle krijgen, een enorme bedreiging voor de volksgezondheid te vormen. Het grote gevaar is dat we straks infecties niet meer kunnen behandelen. Dan wordt bijvoorbeeld een longontsteking weer opnieuw een ernstige ziekte waar we geen verweer meer tegen hebben.’

Bewustzijn

‘Het is een wereldwijd probleem. Elk internationale grootschalig vraagstuk moet echter lokaal opgepakt worden. Dat doen we hier in de regio met het IP en ABR-zorgnetwerk Zuidwest-Nederland. De stuurgroep is er om dit probleem op de bestuurlijke tafels in de regio aan te kaarten. Dat de zorgpartners zich van het risico bewust zijn en zich er aan committeren om in de verschillende organisaties aan de slag te gaan met infectiepreventie en antibioticaresistentie. Ik zit in de stuurgroep als directeur van de GGD Zuid-Holland-Zuid. Als directeur van een GGD vervul je uit het belang van de volksgezondheid natuurlijk al een bijzondere rol. Je wilt zorgen dat partijen bij elkaar komen om ons tegen bedreigingen van de volksgezondheid te weer te stellen.’

Rol van de GGD

‘De GGD heeft van oudsher infectieziekten als één van de kerntaken, maar dit probleem kunnen we alleen gezamenlijk aanpakken. Hier moeten alle zorginstellingen slagen in maken. Grote waardering voor instellingen die hier ook alert op zijn. Het is mooi dat instellingen elkaar steeds beter weten te vinden. Want daar draait het natuurlijk ook om. Het is heel belangrijk dat we bij de GGD voldoende deskundigen hebben die echt advies kunnen geven aan organisaties en professionals. De grote jongens hebben de deskundigen vaak zelf in huis of ingehuurd,  het zijn juist de kleinere en middelgrote organisaties zonder eigen specialisten die we vanuit de GGD kunnen helpen en bijstaan om het preventiebeleid vorm te geven.’

Toekomstplannen

Als we het over de toekomst hebben, dan staat er zeker een stip op de horizon van wat er komende 5 jaar bereikt moeten zijn in de regio. Cees: ‘We draaien als zorgnetwerk een project ‘Goed gebruik handschoenen’ met een groot aantal organisaties. Verder verzorgen we gastlessen op MBO en HBO en hebben we goede lesprogramma’s en videoinstructiemateriaal ontwikkeld. Het is belangrijk dat we de hele zorgketen bereiken: ziekenhuizen, verpleeghuizen, huisartsen, thuiszorg, gehandicaptenzorg et cetera. We stimuleren dat het onderwerp elke keer weer op de agenda van bestuur en management komt. Als je naar de toekomst kijkt, dan moet er wat mij betreft binnen vijf jaar in de hele zorg structurele aandacht zijn voor de basishygiëne, zoals bijvoorbeeld de handhygiëne. Dat we daar in de zorg echt aandacht aan blijven besteden. De ervaring leert namelijk dat discipline de neiging heeft om weg te zakken. Je moet je bewust blijven om elke keer opnieuw je handen te wassen. Als zorgnetwerk zijn we een soort vliegwiel om hier aandacht aan te blijven geven. Maar ook dat bij patiënten met een infectieziekte die van de ene zorginstelling naar de andere gaan, dat daar goede overdracht plaatsvindt. Dat er geen bacteriën van de ene naar de andere instelling meegaan, maar dat als bijvoorbeeld iemand een antibioticakuur volgt er ook op medicatieniveau een overdracht plaatsvindt. En dat ook huisartsenpraktijken stimuleren dat kuren echt afgemaakt worden en niet halverwege stoppen. Want ook dat zet de deur open voor het ontstaan van resistentie. Gelukkig hebben we hier al heel wat meters in gemaakt!’

Scroll naar boven